Erfelijkheid
Om het fokken interessant te maken zijn er verschillende zaken erfelijk in dit spel. Tijdens het fokken kun je ervoor kiezen hier wel of geen rekening mee te houden.
Uiterlijk
De kleur en stokmaat van de ouders bepalen die van het veulen. De stokmaat wordt het gemiddelde van de ouders met een marge van +/- 7 cm. De kleur wordt met onderstaande kleurgenetica bepaald.
Het is dus niet verplicht je bezig te houden met deze codes! In dat geval wordt er bij het fokken gewoon gegokt.
Voor volledige informatie over kleurgenetica kun je hier en hier terecht. Bij het onderstaande wordt aangenomen dat er bij de lezer basisinformatie over genetica aanwezig is (kennis van dominant en recessief en overerving). Op dit spel wordt een versimpeling van de werkelijk aangehouden.
Elk paard start met een basiscode met AA, Aa of aa. Deze A/a code geeft aan of een paard zwart of bruin wordt: Als er een A aanwezig is, wordt het paard bruin. Deze eigenschap (A) is dominant. Is er geen A aanwezig (dus dubbel a), dan is het paard zwart. Deze eigenschap (a) is recessief. Daarnaast is er een E/e code welke aangeeft of dit zwart/bruin tot uiting komt. Dus naast de A/a code komt er EE, Ee of ee. Bij een E aanwezig komt de A/a code tot uiting (en is het paard dus zwart of bruin). Is er geen E aanwezig, dus dubbel e, komt de A/a code niet tot uiting en is het paard een vos.
Als er een A aanwezig is, komt deze altijd tot uiting. Naast de A kan er ook een a aanwezig zijn. Dit paard is dan een drager voor de eigenschap van a. De a komt bij dit paard niet tot uiting, maar het kan wel doorgegeven aan de kinderen.
Het is dus niet verplicht je bezig te houden met deze codes! In dat geval wordt er bij het fokken gewoon gegokt.
Voor volledige informatie over kleurgenetica kun je hier en hier terecht. Bij het onderstaande wordt aangenomen dat er bij de lezer basisinformatie over genetica aanwezig is (kennis van dominant en recessief en overerving). Op dit spel wordt een versimpeling van de werkelijk aangehouden.
Elk paard start met een basiscode met AA, Aa of aa. Deze A/a code geeft aan of een paard zwart of bruin wordt: Als er een A aanwezig is, wordt het paard bruin. Deze eigenschap (A) is dominant. Is er geen A aanwezig (dus dubbel a), dan is het paard zwart. Deze eigenschap (a) is recessief. Daarnaast is er een E/e code welke aangeeft of dit zwart/bruin tot uiting komt. Dus naast de A/a code komt er EE, Ee of ee. Bij een E aanwezig komt de A/a code tot uiting (en is het paard dus zwart of bruin). Is er geen E aanwezig, dus dubbel e, komt de A/a code niet tot uiting en is het paard een vos.
Als er een A aanwezig is, komt deze altijd tot uiting. Naast de A kan er ook een a aanwezig zijn. Dit paard is dan een drager voor de eigenschap van a. De a komt bij dit paard niet tot uiting, maar het kan wel doorgegeven aan de kinderen.
A a |
A a
A A A a A a a a |
Hiernaast zie je het overervingsschema van 2 paarden die beide een A en een a hebben. Zoals te zien is kunnen de kinderen een A krijgen, en hetzelfde eruit zien als hun ouders. Maar ook is er 1/4 kans dat het kind geen A heeft: het heeft dan een ander uiterlijk dan de ouders. Zo gaat het ook met de E/e code.
Als je 2 zwarte ouders hebt (aaEe) kan het kind ook vos worden: er is immers een e aanwezig, ongeacht of deze bij de ouders tot uiting komen. |
Naast de basiskleur worden de volgende extra codes aangehouden: dit zijn de enkele extra kleuren die voor kunnen komen op het spel, ongeacht of er in het echt meerdere vormen zijn.
Schimmel [G/g]
Bont [B/b] Verdunning (creme) [C/c] |
Bij een G zal het paard schimmelkleur krijgen over de basiskleur heen. Bij gg zal het paard de basiskleur blijven.
Bij een B zal het paard bont zijn (basiskleur-wit). Bij bb zal het paard de effen basiskleur blijven. Een cremegen zorgt voor een verdunningsfactor. Bij CC zal het paard volledig creme kleur hebben, bij Cc een halve verdunning en bij cc heeft het paard geen verdunning. Welke kleur het paard krijgt hangt af van de basiskleur
|
Zweetvos (flaxen) [F/f]
Roan [R/r] Wildkleur (dun) [D/d] |
Deze code werkt enkel bij een voskleurig paard (ee aanwezig). Als er een F aanwezig is zal deze code niet tot uiting komen. Enkel bij ff komt deze tot uiting. Deze code geeft de manen een lichte kleur. Veel voorkomend bij Haflingers.
Roan geeft witte haren door de basiskleur heen, enkel op de romp. De kleur kan in de winter zeer verschillen van de zomerkleur. Bij R zal het paard roan worden, bij rr niet. Wildkleur zorgt voor bepaalde markeringen op de basiskleur (welke ook lichter van kleur is). Wildkleur is dominant en zal tot uiting komen als er een D aanwezig is. Bij dd heeft het paard de gewone basiskleur. Veel voorkomend bij Fjorden.
|
Wildkleur, zweetvos en de verdunningsfactor zorgen voor een veranderde kleur. Deze paarden kunnen vervolgens bont of roan zijn of een schimmel worden op latere leeftijd. (of beide)
De kleurcode van de het paard opvragen kan via het formulier onderaan de pagina. Deze code wordt gebaseerd op hoe het paard eruit ziet (vos blijft vos in de code), maar er zal duidelijk worden waar het paard drager van is.
Als bij het fokken beide ouders een bekende code hebben, wordt het veulen hierop gebaseerd. Is er slechts van 1 ouder de code bekend of van geen van beide, dan zal het veulen een 'gegokte' kleur krijgen op basis van hoe de ouders eruit zien. Het veulen kan vervolgens zelf een code aanvragen. Deze is dan niet gebaseerd op de ouders.
De kleurcode van de het paard opvragen kan via het formulier onderaan de pagina. Deze code wordt gebaseerd op hoe het paard eruit ziet (vos blijft vos in de code), maar er zal duidelijk worden waar het paard drager van is.
Als bij het fokken beide ouders een bekende code hebben, wordt het veulen hierop gebaseerd. Is er slechts van 1 ouder de code bekend of van geen van beide, dan zal het veulen een 'gegokte' kleur krijgen op basis van hoe de ouders eruit zien. Het veulen kan vervolgens zelf een code aanvragen. Deze is dan niet gebaseerd op de ouders.
Keuringspunten
Naast het uiterlijk zijn ook de keuringspunten erfelijk. Het veulen zal ongeveer het gemiddelde van de ouders krijgen op de keuringspunten (sommige iets hoger, sommige iets lager). Zo kun je de combinaties uitzoeken die elkaars punten verbeteren. Hebben de ouders geen keuringslabel of slechts 1 ouder? Dan moet het veulen het standaard traject doorlopen. Dit kan het dan pas als het volwassen is. Een veulenkeuring kost slechts 50. Valt het label tegen, dan kan het veulen als volwassene nogmaals 'normaal' gekeurd worden (dus nieuwe random nummers). Het kan dan slechts eenmaal de keuring doen (dus geen 2e ronde zoals normale paarden). Bij deze herkeuring zullen de ouders dus geen invloed hebben.